Drukkersjargon in een notendop: zo lever je een bestand drukklaar aan

Hoe lever je nu eigenlijk een drukklaar bestand aan? Hier vind je praktische tips, aanleverspecificaties en de juiste instellingen voor InDesign, Illustrator en Photoshop!

Drukkersjargon: termen die je vaak hoort als je een drukbestand aanlevert. Maar wat betekent het en hoe lever je een goed document aan? We loodsen je aan de hand van illustraties, praktische tips en aandachtspunten door het proces (inclusief screenshots van de juiste instellingen in InDesign, Illustrator en Photoshop!)

PIXELS, DPI EN RESOLUTIE

Om een afbeelding weer te geven zijn er pixels nodig, kleine punten die naast elkaar staan en zo een afbeelding vormen. Pixels zijn dus de bouwstenen van je afbeelding. Hoe meer pixels hoe groter je afbeelding is. Dpi (dots per inch) geeft de scherpte aan, 300 dpi (drukwerk) geeft dus aan dat er 300 pixels in één inch (2,54 cm) zitten. Beeldschermen hebben aan een lagere resolutie genoeg om een afbeelding goed te kunnen weergeven, hiervoor is 72 dpi voldoende. Plaatjes van internet zijn vaak van mindere kwaliteit en daarom niet bruikbaar voor drukwerk.

Een simpel voorbeeld waarom:

Als een afbeelding 300 x 300 pixels is zal deze als volgt eruit zien op internet en drukwerk:

De afbeelding is gelijk qua pixels, doordat er meer bouwstenen nodig zijn in een hoge resolutie zijn ze ook eerder op, dus de afbeelding wordt kleiner weergegeven. In Adobe Photoshop kun je een afbeelding vergroten, maar dit is niet aan te raden. Photoshop gaat er zelf pixels bij berekenen en dit geeft vaak een onscherp beeld. Zorg dus dat je begint met hoge resolutie beelden en de juiste instellingen van je document om zo een ontwerp te maken. Dit voorkomt onscherp drukwerk of het risico dat je opnieuw moet beginnen.

CMYK EN RGB

Al sinds de ontdekking van het drukken wordt er met inkt gewerkt, elk full colour drukwerk kan opgebouwd worden uit 4 basiskleuren, dit wordt CMYK genoemd. Cyaan (blauw), Magenta (roze), Yellow (geel) en Key (zwart). Van een gele en blauwe pixel maakt ons oog bijvoorbeeld automatisch groen en zo kun je alle kleuren van het spectrum drukken. Zorg dus dat je drukdocumenten altijd full colour aangeleverd worden.

Naast CMYK ontwerpen is ook RGB ontwerpen een mogelijkheid. Maar hier is een groot verschil in. Niet alleen worden RGB ontwerpen opgebouwd uit 3 kleuren (Rood, Groen en Blauw), daarnaast zijn ze alleen geschikt voor lichtbronnen zoals computerschermen en tv’s. Als alledrie de kleuren aan zijn geeft het wit licht, als alle kleuren uit zijn geeft het geen licht, en dus zwart. Omdat bij RGB de pixels kleine (led)lampjes zijn is de kleur feller en het spectrum breder. Zo zijn fluorkleuren makkelijk in RGB weer te geven, maar niet in CMYK te drukken. Hiervoor zijn pms kleuren nodig (maar hierover meer in een van de volgende blogs)

RGB ontwerpen omzetten naar CMYK is mogelijk maar is sterk af te raden. Kleuren worden flets en je hebt niet genoeg controle over het eindresultaat:

RGB weergave > CMYK omgezet > Drukresultaat

Lees hier meer over het verschil tussen RGB, CMYK en PMS.

AFLOOP EN SNIJTEKENS

Om je drukwerk mooi tot de rand te bedrukken is er afloop (ook wel bleed) nodig maar waar is dit precies voor nodig? Drukwerk is een heel andere techniek dan printen zoals je thuis gewend bent. Drukken gebeurt op grote vellen die ze na het drogen van de inkt snijden tot het juiste formaat. Om te weten waar ze moeten snijden zijn er snijtekens nodig in je document zodat de drukker duidelijk ziet wat het afgewerkte formaat is om daar de snijmachine op af te stellen. Snijtekens staan op elke hoek zowel horizontaal als verticaal. Als je de snijtekens zou verbinden zie je het afgewerkte formaat na het snijden.

Maar waarom vraagt de drukker dan 2 mm afloop rondom? Simpel, de snijmachine heeft een foutmarge van maximaal 2 mm, om te voorkomen dat er witte randen op je drukwerk komen moeten achtergrond kleuren en foto’s doorlopen tot buiten het afgewerkte formaat. Het eindformaat is altijd zoals gewenst, dus als er aan de linkerzijde 1 mm meer zit, zit er aan de rechterzijde 1 mm minder. Zorg dus ook altijd dat teksten minimaal 5 mm van de rand vandaan blijven, zo voorkom je dat er tekst afgesneden wordt en blijft het altijd leesbaar.

Uiteraard zijn er naast deze termen nog vele anderen maar met deze termen heb je een goede basis om een ontwerp op te maken en aan te leveren. Hieronder nog enkele voorbeelden van de juiste instellingen in Photoshop, Illustrator en InDesign. De meeste controle heb je in InDesign maar als je niet thuis bent in dit programma zie je al snel door de bomen het bos niet meer. Het nadeel van Photoshop is dat je het niet kunt vergroten, stel je hebt een A6 flyer gemaakt en wil deze ook graag als A2 poster drukken zul je het dus moeten namaken.

PRAKTISCHE TIPS

  • Maak meteen een goed bestand aan met de juiste instellingen
  • Vergroot nooit een foto in Photoshop, groot risico dat het onscherp gedrukt wordt
  • Drukwerk 300 dpi, voor een maximale scherpte
  • Groot formaat 100/150 dpi is voldoende voor posters, spandoeken etc.
  • Stel altijd CMYK in
  • Download de gratis templates van de drukkerij
  • Laat je bestanden controleren, voorkomen is beter dan genezen

Hopelijk zijn alle termen iets duidelijker en begrijp je de vragen en/of opmerkingen van de drukkerij. Uiteraard helpen ze je graag dus bij twijfel even contact opnemen, dat kan een hoop fouten voorkomen. Hieronder de juiste instellingen om een drukbestand op te maken (voorbeeld A6). Wil je meer lezen over deze onderwerpen? Dan zijn hier een paar handige links:

INSTELLINGEN DRUKBESTAND IN INDESIGN

 

INSTELLINGEN DRUKBESTAND IN ILLUSTRATOR

 

INSTELLINGEN DRUKBESTAND IN PHOTOSHOP